FOTO BEN KLEYN
Dichter, romanschrijver, illustrator, vormgever, (liedjes)schrijver voor Sesamstraat, en tegendraads vernieuwer: Ted van Lieshout (Eindhoven, 1955) is het allemaal. Na zijn opleiding aan de Gerrit Rietveld Academie vond hij voor zijn robuuste illustraties en eigenzinnige poëzie een podium bij De Blauw Geruite Kiel, de vroegere kinderkrant van Vrij Nederland. Toen zijn gedichten uit dit opinieweekblad in 1986 werden gebundeld kwam zijn carrière goed op gang. Van verdriet kun je grappige hoedjes vouwen verwierf een Vlag en Wimpel, waarna de ene na andere titel volgde. Voor zijn omvangrijk oeuvre, waarmee Van Lieshout volgens eigen zeggen ‘een portret van een jeugd wil schetsen,’ ontving hij in 2009 de Theo Thijssen-prijs. Een indrukwekkend overzicht daarvan staat in Hou van mij (2009).
Van Lieshout is enorm beïnvloed door zijn vaders overlijden op jonge leeftijd en de vroege dood van een van zijn twee broers. Hetzelfde geldt voor zijn relatie als twaalfjarige met een volwassen man.
Over deze ingrijpende gebeurtenissen schreef Van Lieshout onder meer in de gedichtenbundel Een zeer kleine liefde (1999), alsook in de autobiografisch getinte romans Gebr. (1996), Mijn meneer (2012) en Schuldig kind (2017). Die romans beschouwt van Lieshout overigens als ‘uitzonderingen’ in zijn oeuvre. Onder het motto ‘poëzie is veel spannender dan proza’ vindt hij zichzelf eerst en vooral een ‘korte-afstandschrijver.’ Onder mijn matras de erwt is zijn nieuwste dichtbundel, een uniek meisjesportret in heldere woorden en fascinerende poppenfoto’s.
Tijdens Letteren op Loevestein gaan Van Lieshout en Özkan Akyol in gesprek met elkaar over hoe familie en jeugdgebeurtenissen je als kunstenaar vormen.